Witte backpackende hipsters in Azie hebben iets nieuws bedacht. Bedelen op straat om aan geld te komen voor hun reizen.
Op Bali staan ze bekend als ‘begpackers‘.
Helaas ben ik er vorige week op Bali geen tegengekomen. Ik had al een bijtende preek voorbereid in mijn hoofd die ik een bietsende baard in zijn gezicht had willen blaffen.
Het geschooi levert nog geld op ook. Want Indonesiers zijn vanuit hun geloof verplicht om geld te geven aan armen.
Zelfs als het witte rijkeluiskinderen zijn die hun hand ophouden.
We hadden eerder verwacht dat de armen uit de lokale bevolking zouden bedelen. Maar nee.
Om aan geld te komen, richten ze blijkbaar liever een bedrijfje op.
Want langs de wegen in de stad zie je eindeloze rijen van allemaal kleine winkeltjes en dienstverleners.
De Nederlandse kolonisator is nog maar even lang weg uit Indonesie als de nazi’s weg zijn uit Nederland.
En omdat ze er meer dan 300 jaar hebben gezeten, is er een hoop Nederlandse cultuur achtergebleven.
Zoals bestek. Indonesiers eten zelf het liefste met hun handen, maar je krijgt in restaurants ook bestek bij het eten. Alleen nooit een mes, want er zijn grenzen natuurlijk.
Ons alfabet is ook achtergebleven. Plus een heleboel Nederlandse woorden.
Wat geinig is, omdat je langs de weg daardoor kunt zien wat sommige ondernemers verkopen.
‘Knalpot‘ betekent uitlaatservice.
‘Doorsmeer‘ betekent niet olie verversen, maar carwash.
Olie verversen wordt grappig genoeg ‘pispot’ genoemd.
Verder kunnen autobezitters ook hun ‘kopling‘, ‘shokbreker‘ en ‘baterai‘ laten vervangen, of hun ‘ban‘ laten plakken.
Bedrijfjes laten weten wat ze voor je kunnen doen niet met beletterde winkelruiten of lichtbakken, maar door een ‘spanduk‘ aan de gevel te hangen.
Daarop staat dan bijvoorbeeld dat ze ‘gordyn‘ en ‘vitrase‘ hebben, ‘handuk‘, ‘kulkas‘, ‘hem‘ (overhemd), of dat het een ‘apotik‘ is, ‘dokter praktek‘ of ‘klinik ambeien‘.
Zoals je in iedere economie ziet, westers of oosters, gaat er alleen één ding meestal mis.
Je kunt er donder op zeggen dat ondernemers elkaar nadoen in plaats van zichzelf onderscheiden.
Ik heb eigenlijk maar één ondernemer gezien die eruit sprong, op een toeristische markt waar honderden kraampjes allemaal dezelfde sarongs en waaiers en koelkastmagneten verkochten.
Deze ondernemer had voor de deur een levende ‘luwak‘ op een plank gezet, een civetkat. Een beest dat berucht is omdat het koffiebessen opvreet in koffieplantages, en daarna dikke drollen legt die helemaal uit aan koffiebonen bestaan.
De boer stuurt een speciale ‘poop collector‘ erop uit om die drollen te verzamelen, want de uitgekakte bonen worden gebrand en verwerkt als ‘kopi luwak‘. De duurste en meest exclusieve koffie van Indonesie.
Die ondernemer op de markt brandde ter plekke koffie, showde een echte civetkat en schonk luwak espresso voor de hoofdprijs, en de hut zat ramvol.
Om zich te onderscheiden was hij bereid geweest om iets te doen wat de meeste anderen niet hadden gedurfd op die markt.
Uit de groep stappen en iets compleet anders doen dan alle anderen.
Hij plaatste zich daarmee in wat Dan Kennedy noemt ‘a category of one‘.
Als je alleen bent in je markt en je biedt iets aan waar mensen geld voor over hebben, dan kun je hoge prijzen rekenen.
Maar misschien ben jij nog niet alleen in je markt, en heb je nog veel last van concurrenten. Waardoor je met je prijzen nog vast zit of zelfs naar beneden moet.
Members van Het Lab krijgen daardoor komende maand de oplossing.
Want ze krijgen een checklist van me om op hun website te zetten. Een documentje van 1 pagina A4 waarmee je afscheid kunt nemen van je concurrenten.
Wat je op die ene A4 zet, laat klanten inzien dat ze alleen nog met jou zaken willen doen.
Het is de simpelste list die ik ken voor ondernemers om zich snel te bevrijden van vergelijkbare concurrenten.
Voor niks gaat de zon op, dus het gaat je kosten: hier is de link om je Membership te starten voordat de deadline voor het krijgen van de checklist verstrijkt:
www.schrijvenvoorinternet.nl/het-lab-membership
Sampai jumpa, spreek je later.
Aartjan van Erkel