De man met de pen achter zijn oor

Ga je in Rome uit eten, dan is er meestal één opvallende man aanwezig.

Het is de man met de pen achter zijn oor.

Vaak zit hij bij de kassa, met een gezicht op onweer.

Het is een goed teken als je die man ziet zitten bij binnenkomst in het restaurant.

Want dan weet je bijna zeker dat je lekker gaat eten.

Die man is de eigenaar van het restaurant.

Il padrone.

Hij zit daar – het is bijna nooit een vrouw – omdat ze in Italië geen cultuur van vertrouwen hebben. Ze hebben een cultuur van controle.

Nederlandse horeca-ondernemers hebben soms verschillende restaurants, en hebben in elke tent een bedrijfsleider staan.

Een Italiaan vindt dat helemaal niks.

Nononononono.

De padrone zit er bovenop.

Hij verwelkomt je als je binnenkomt. Hij wijst je een tafel. Hij komt een praatje maken als je zit te eten. Hij geeft de hele tafel een limoncello van de zaak.

En hij rekent met je af. Want hij laat zijn personeel liever niet in de buurt van het geld komen. Je weet maar nooit.

Aan het eind van de avond sluit hij persoonlijk de kassa af en rekent de omzet uit. Ik zie hem soms zien zitten met zo’n groot kasboek met kolommen.

De bediening loopt het vuur uit hun sloffen als de baas in de zaak is. Iedereen is scherp.

Als ik met mijn Italiaanse schoonfamilie uit eten ben in Rome dan heeft mijn schoonvader altijd gereserveerd in een restaurant waar hij de padrone al jaaaaaren kent.

Bij binnenkomst heeft hij altijd hele gesprekken met de man, waarbij de punten van zijn snor omhoog krullen van plezier.

Wat een verschil met de bediening in Nederlandse restaurants.

Misschien ligt het aan mij, maar ik zie bijna altijd studentjes in de bediening.

Als je om een wijnadvies bij je hoofdgerecht durft te vragen, dan moeten ze dat even aan een collega vragen.

Ik hoorde van de week een oude man in een restaurant in Zeist iets roepen wat ik al jaren niet meer had gehoord:

“Ober!”

Ik denk dat we geen ober meer zeggen omdat er geen obers meer zijn. Een ober is een vakman. Die studenten zijn dat niet.

Hoe vaak zit je niet een kwartier te wapperen met je hand als je de euvele moed hebt om te willen afrekenen?

Het is makkelijker om maar gewoon je jas aan te trekken en naar de kassa te lopen. Ik vind dat niet zo’n chique afsluiting van een diner. Het zegt veel over Nederlandse restaurants dat we dat normaal zijn gaan vinden.

Er bovenop zitten heeft allerlei voordelen.

Klanten vinden het fijn, want ze voelen de aandacht.

Je team loopt een paar tandjes harder.

Je omzet is een paar tandjes hoger.

Op welke gebieden in jouw bedrijf zit jij er nu NIET bovenop?

Dingen waardoor je omzet misloopt? Of waardoor de kosten uit de klauw lopen?

Veel ondernemers hebben wel 1 of 2 dingen die ze een beetje laten lopen.

Meestal de dingen die ze minder leuk vinden.

Bijvoorbeeld je marketing.

Misschien is marketing niet je vak. Ben je liever met je vakmanschap bezig.

Het kan ook dat je geen tijd hebt voor marketing.

Als dat zo is, bekijk dan deze video-boodschap die ik voor je heb opgenomen: https://www.schrijvenvoorinternet.nl/48uur

Daarin vertel ik hoe je de bekendste naam wordt in je markt door 2 uur tijd per week in je marketing te stoppen.

Ik doe dit zelf al jaren zo.

Heb je niet eens 2 uur tijd per week voor marketing? Dan zou ik helemaal even kijken.

Aartjan

PS

De video staat maar eventjes online, maandag om 17u haal ik hem weg.